Duidelijk. In deze situatie is het u bekend dat de koper handelt namens de achterman. De koper bindt zichzelf dus niet bij de getroffen verkoop, maar de achterman.
Het is óók mogelijk dat de identiteit van de achterman u onbekend is. In zo’n situatie wordt de overeenkomst door de feitelijke koper aangegaan in naam van een ‘nader te noemen meester’.
Deze bepaling wordt voornamelijk gebruikt in vastgoedtransacties. In feite betreft het een voorbehoud ten aanzien van aan wie geleverd zal moeten worden.
Aan het gebruik van een ‘meesterclausule’ zijn risico’s verbonden. Zo is het niet moeilijk voor te stellen dat de verkopende partij op deze wijze wellicht in een overeenkomst treedt met een partij waar zij niet mee herkend wil worden. Ook is er het risico dat de verkopende partij op deze wijze, zonder het te weten, mee kan werken aan onwenselijke (onwettelijke) praktijken.
Om deze risico’s het hoofd te bieden, voorziet de wet de verkopende partij van een handreiking. De identiteit van de ‘nader te noemen meester’ moet ‘binnen de door de wet, de overeenkomst of het gebruik bepaalde termijn of, bij gebreke hiervan, binnen een redelijke termijn’ bekend worden gemaakt. Als er door partijen géén afspraken zijn gemaakt over de termijn waarop de identiteit van de ‘meester’ bekend moet worden gemaakt biedt de rechtspraak uitkomst.
Zo volgt uit vaste rechtspraak dat ‘de termijn waarbinnen de volmachtgever aan de wederpartij bekend moet worden gemaakt, dient redelijk te zijn. Of daarvan sprake is, zal aan de hand van alle omstandigheden van het geval moeten worden bepaald.’
Ook wordt uit vaste rechtspraak duidelijk dat ‘het enkel noemen van de meester binnen een redelijke termijn is niet voldoende. Uit de rechtspraak volgt dat het noemen van de naam zonder voorbehoud dient te geschieden, zodat de wederpartij weet wie haar contractspartij is.’
Uit bovenstaande volgt dan ook dat de identiteit van de ‘nader te noemen meester’ aan de verkopende partij bekend moet zijn vóór het moment waarop zij moet leveren. Zij heeft immers het recht om te weten wíe haar contractspartij is.
Wat nu als de identiteit van de achterman in het geheel onbekend blijft, zelfs op het moment van levering?
In het geval dat de koper nalaat om de identiteit van de achterman als ‘nader te noemen meester’ bekend te maken wordt hij gehouden om voor zichzelf te hebben gehandeld.
Twijfelt u wel eens aan de identiteit van uw wederpartij en heeft u naar aanleiding van voorgaande nog vragen? Neem dan gerust vrijblijvend contact op. Voor meer informatie over dit type specialisme verwijzen we u naar onze vastgoed en huurrecht pagina.
Sven Koenen