Onder het oude recht maakten echtparen vaak een testament op, met daarin de zogenaamde ouderlijke boedelverdeling. Deze boedelverdeling hield in dat het volledige vermogen van de overleden echtgenoot, na overlijden, toe komt aan de nog levende echtgenoot. De kinderen kregen alleen een vordering op deze langstlevende ter hoogte van hun erfdeel.
Onder het huidige erfrecht hoeft hiervoor geen testament meer opgemaakt te worden. De wet bepaalt (als er niets anders bij testament wordt geregeld) dat de langstlevende echtgenoot de beschikking krijgt over al het vermogen van de overledene. De kinderen krijgen alleen een vordering op deze langstlevende echtgenoot ter hoogte van hun erfdeel.
In mijn praktijk merk ik dat dit laatste, dat de kinderen een vordering krijgen op de langstlevende, en de langstlevende dus een schuld aan de kinderen, vaak niet duidelijk is of wordt vergeten. Op het moment dat de langstlevende echtgenoot vervolgens overlijdt weten veel erfgenamen niet dat de overledene een schuld heeft aan de kinderen van zijn of haar (vooroverleden) echtgenoot. En dat er dus sprake is van een schuld uit vooroverlijden.
Van veel klanten hoor ik dat die eerdere erfenis al is afgewikkeld, want alles is toch naar de langstlevende gegaan?
Dat zij als kind van de overledene een vordering hebben gekregen op de langstlevende is bij de meesten niet bekend. Laat staan dat duidelijk is hoe hoog deze vordering is.
Nu het wel een schuld is die de laatst overledene heeft, moet met deze schuld wel rekening gehouden worden bij het afwikkelen van zijn of haar erfenis. En dit wordt nogal eens vergeten. Volledig ten onrechte en met af en toe een verkeerde verdeling van het overgebleven vermogen tot gevolg.
Wil jij dat de erfenis van jouw langstlevende ouder correct wordt afgewikkeld en weet je niet of er sprake is van een schuld uit vooroverlijden, neem dan gerust contact op met één van onze erfrechtspecialisten. Wij zoeken het graag samen met jou uit.